Hart en Bloedvaten

Inhoudsopgave

Verstoord hartritme

Een verstoord hartritme, zoals bij atriumfibrilleren, kan hartkloppingen, duizeligheid en verminderde inspanningstolerantie veroorzaken. Je hart pompt dan onregelmatig en minder efficiënt.

Verminderde pompfunctie

Een verminderde pompfunctie belemmert de bloedtoevoer naar je organen. Dit kun je onder andere merken aan kortademigheid, vermoeidheid en vochtophoping in je benen of longen.

Hartfalen en beroertes

Als je hart minder elastisch wordt en je linkerboezem groter is, loop je op de lange termijn meer risico op hartfalen en beroertes. Je hart kan structureel overbelast raken waardoor verschillende complicaties kunnen ontstaan.

Meer energie

Je kunt de conditie van je hart en bloedvaten verbeteren door je leefstijl aan te passen. Je kunt zo de pompfunctie en de elasticiteit van je hart behouden of zelfs verbeteren. Op korte termijn zorgt dit voor meer energie, een lagere rusthartslag en betere prestaties bij inspanning.

Minder kans op hart- en vaatziekten

Leefstijlaanpassingen, zoals regelmatige aerobe training, krachttraining, een mediterraan dieet en stressvermindering, verlagen op de lange termijn je risico op hart- en vaatziekten, beroertes en hartfalen.

Behoud goede hersenfunctie op hogere leeftijd

Functioneren je hart en bloedvaten beter, dan verklein je daarmee ook de kans op cognitieve achteruitgang doordat je hersenen beter van zuurstof en voedingsstoffen worden voorzien.

Hartritme

Het sinusritme is je normale, regelmatige hartritme. Het ontstaat in de sinusknoop en zorgt dat je hart gelijkmatig en efficiënt pompt. Een stabiel hartritme verkleint de kans op hartritmestoornissen, beroertes en hartfalen.

Pompfunctie links (LVEF)

De pompfunctie van de linkerkamer (LVEF) geeft aan hoeveel procent van het bloed dezer hartkamer bij elke hartslag uitpompt. Een goede LVEF is belangrijk voor een effectieve bloedcirculatie en voorkomt kortademigheid en vermoeidheid.

Pompfunctie rechts (TAPSE)

De pompfunctie van de rechterkamer (TAPSE) meet hoe goed je rechterharthelft bloed naar je longen pompt. Een gezonde TAPSE draagt bij aan een efficiënte zuurstofopname en voorkomt kortademigheid en vochtophoping.

Klepafwijkingen

Klepafwijkingen ontstaan als je hartkleppen niet goed openen of sluiten. Dit kan leiden tot vernauwing (stenose) of lekkage (regurgitatie). Het vroeg ontdekken van klepafwijkingen helpt om overbelasting, hartfalen of ritmestoornissen te voorkomen.

Pericardiale vochtophoping

Bij pericardiale vochtophoping verzamelt zich vocht in het hartzakje rond je hart. Dit kan de pompwerking belemmeren en druk op het hart veroorzaken.

Carotis intima-media dikte (cIMT)

De cIMT meet de dikte van de binnenste lagen van je halsslagader. Dit laat vroegtijdige vaatschade zien. Door cIMT te meten, kun je op tijd ingrijpen om het risico op hartziekten en beroertes te verkleinen.

Elasticiteit hart (E/A-ratio)

De E/A-ratio meet hoe goed je hart ontspant en zich vult tijdens de diastole. Dit geeft inzicht in hoe soepel je hartspier is. Het meten van de E/A-ratio helpt om hartveroudering, verhoogde vullingsdruk en hartfalen vroeg op te sporen.

Longslagaderdruk (SPAP)

De SPAP meet de druk in je longslagader. Een verhoogde druk kan wijzen op problemen in je rechterhartkamer of longcirculatie. Door SPAP te meten, kun je aandoeningen zoals een te hoge bloeddruk in de longslagader vroeg herkennen.

Linkerboezemvolume (LAVI)

LAVI geeft aan hoe groot je linkerboezem is. Het weerspiegelt de belasting en elasticiteit van je hart over langere tijd. Door LAVI te meten, kun je vroegtijdig risico's op atriumfibrilleren en hartfalen herkennen.